Word abonnee

Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

Interview: Willem van Hooff

Sinds hij in 2019 zijn eerste vazen lanceerde op de Dutch Invertuals-expositie, gewijd aan de cirkel, heeft Willem van Hooff zijn draai helemaal gevonden. Forse vazen maakt hij, handgevormd en met een ruig, aards karakter of, zoals hij het zelf zegt: ‘Een beetje lomp. Maar wel met humor.’

‘Liever een deuk of een hobbel dan te strak en glad’
– Willem van Hooff 

De hand van de maker is duidelijk in de keramiek te zien: als een nog zachte klei-vorm hem per ongeluk toch iets te netjes voorkomt, knijpt Willem van Hooff er nog even in. ‘Of ik laat hem even stuiteren. Liever een deuk of een hobbel dan te strak en glad.’ Zijn atelier staat vol vazen in allerlei vormen, maar, zegt hij: ‘Het meeste is al de deur uit. Ik kan het bijna niet meer bijbenen.’ Grote kratten staan klaar met werk dat op transport gaat naar Japan. Sinds zijn eindexamen is Willem een van de ontwerpers die een gezamenlijke werkplek delen midden in Sectie C, het broeinest voor design in zijn geboortestad Eindhoven. ‘Bij de uitbraak van de pandemie brak er wel even paniek uit in de groep, maar uiteindelijk kon iedereen hier rustig doorwerken. We gingen gewoon niet meer bij elkaar zitten bij het kampvuur. Veel ontwerpers zijn in die tijd aan nieuwe projecten begonnen; zelf heb ik keihard doorgewerkt aan mijn vazenproject. Ik ben er volle bak voor gegaan.’

Traditionele Afrikaanse watervazen waren Willems uitgangspunt. ‘Ik verdiep me heel graag in de geschiedenis voor inspiratie. Prehistorische bouw-methodes interesseren me mateloos, denk aan de lemen bouwwerken in Mali. Die bestaan volledig uit één vorm, supervet. Ik kwam erachter dat elke Afrikaanse stam afzonderlijk zijn eigen specifieke vaasvormen heeft ontwikkeld. Dat werd de basis voor mij, ik wilde een persoonlijke vormentaal creëren. Architectonische, grafische vormen hebben mijn voorkeur en zo ontstond de grote platte vaas in een onregelmatige ronde vorm die eigenlijk maar nauwelijks rechtop kan staan. Door de waterkamer op een cruciaal punt aan te leggen geef ik die vormen stabiliteit.’ Dat zijn vazen niet of op het nippertje functioneel zijn, doet er wat Willem betreft niet echt toe. Een bos bloemen kun je er niet in kwijt, maar: ‘Ik maak ze wel waterdicht.’

Trial-and-error 
In no time heeft Willem zich het werken met klei en het maken van keramiek eigen gemaakt. Elke dag leert hij nog bij, vaak door trial-and-error. Hij heeft weliswaar korte stages gelopen bij keramisten, maar voor zijn eindexamenwerk (2018) aan de Design Academie Eindhoven werkte hij nog met beton. ‘Ik maakte objecten uit industrieel gaas en met de hand gevormde, rauwe kluiten beton. Gewapend beton, maar dan omgekeerd. Het contrast tussen dat lineaire gaas en de aardse sculptuur boeide mij.’ Het project zorgde wel voor een dilemma: moest hij zich inhouden en toepasbare dingen maken of zou hij voor de volledige vrijheid gaan? Het werd een lastig eindexamen, maar zodra Willem de academie deur achter zich had gesloten, ging hij voor optie twee. Zo vrij als een vogeltje bedacht hij voor zijn eerste deelname aan de Dutch Invertuals-expositie, met het thema reductie, een aantal totaal absurde objecten uit beton met metaal. Een soort totems waren het, die elkaar overschreeuwden in overbodigheid. ‘Het was een statement tegen het ophemelen van spullen. Zoals een ingewikkelde totemvorm van meer dan een meter hoog met als enige functie dat je er tandenstokers in kunt bewaren.’ Bizarre objecten waren het, maar compleet fascinerend en een viering van de vrije vorm.

Aards karakter
Een jaar later maakte Willem zijn eerste vazen, die via social media razendsnel gesignaleerd en omarmd werden. Inmiddels hebben zich al drie galeries gemeld: Rossana Orlandi in Milaan, Side Gallery in Barcelona en Philia in New York, Genève en Singapore. Het aardse, handmatige karakter van zijn werk wordt internationaal hoog gewaardeerd, zo blijkt, want hij kan de orders nauwelijks aan. ‘Ik ben nu op een punt gekomen dat ik eigenlijk hulp nodig heb. Er komt zo veel bij kijken. Alleen al het verpakken en versturen van het werk is zo langzamerhand een dagtaak. Ik heb nauwelijks tijd om nieuwe ideeën te ontwikkelen.’ Aan inspiratie ontbreekt het overigens niet. Hij maakt nog regelmatig objecten uit beton met gaas en loopt rond met plannen voor vlechtwerk in metaal. Ook zoekt hij naar technieken waarmee reliëfs aan te brengen zijn in aluminium. ‘Het gelukkigst ben ik toch als ik kan experimenteren met materialen en technieken. Nieuwe toepassingen bedenken voor bestaande procedés en zo de grenzen opzoeken van bepaalde materiaaleigenschappen. Ik wil telkens weer andere thema’s aansnijden en nieuwe skills leren.’ Willem heeft net een mooie reis naar Florence achter de rug. Zijn New Yorkse galerist nodigde hem uit voor een artist-in-residence-periode van twee weken, samen met negen andere ontwerpers uit verschillende landen. ‘Florence is ongelooflijk. De stad zit bomvol ornamenten. Het is een enorme viering van vorm, materiaal en rijkdom – zo inspirerend om te zien wat er in het verleden allemaal is gemaakt. In de huidige industrie moet alles steeds zo goedkoop en efficiënt mogelijk geproduceerd worden, dat is de allergrootste vijand van kwaliteit. Als vorm verdwijnt achter functie en efficiëntie vergeten we de romantische esthetiek, zoals je die in Florence kunt zien.’ Bezoeken aan steengroeven en keramiekproducenten stonden op het programma en in de werkplaatsen van Florence kon iedereen aan de slag; het was wel de bedoeling dat er resultaten werden behaald. Willem werkte er met de typische oranje gekleurde terra-cottaklei. ‘Ik heb een installatie gemaakt uit losse vazen, een schaal en een pilaar, geïnspireerd op de vele fonteinen die ik in de stad zag.’ Na het werk kneep hij er liever tussenuit met zijn Franse collega’s, dan voor de zoveelste avond met de groep uit eten te gaan. ‘We zijn lekker gaan zwemmen en vissen en hebben ontzettend veel lol gehad. Ik ben graag buiten, hou erg van kamperen en wielrennen en mag graag een beetje de holbewoner uithangen.’ Lachend geeft toe: ‘Ik ben ook als persoon een beetje lomp. Maar met humor.’

1992 Geboren in Eindhoven
2014 Stage bij Floris Wubben
2017 Uitwisseling Royal Art Academy Copenhagen
2018 Eindexamen Design Academy Eindhoven, project Elements of Construction; deelname expositie Dutch Invertuals met Totems
2019 Start samenwerking met Post Modern Collection, Amsterdam; deelname expositie Dutch Invertuals met vazen Core Vessels
2020 Start samenwerking met Galerie Philia, exposities keramisch werk in Brussel, Parijs, Milaan en New York; residency Denemarken met meubelserie Social Service Club; ontwerp winkelinterieur Vintage Vêtements, Eindhoven
2021 Start samenwerking met Side Gallery, Barcelona, serie keramische lampen en vazen; residency in Florence, Galerie Philia, Transhumances-expositie in New York; Dual Vase-collectie voor Mek Styling, Amsterdam; nieuw werk voor winkel The Frozen Fountain in Tokio

Eigen Huis & Interieur 05/2021
Tekst Marianne van Dodewaard Fotografie portret Kaatje Verschuren

Meer interviews lezen? Bestel Eigen Huis & Interieur online. Geen verzendkosten.