Designerhuis: Binnenkijken bij Alain Gilles

Toen Alain Gilles besloot dit voormalige naaiatelier in Brussel te verbouwen tot loft, had hij nog geen idee dat hij zijn baan zou opzeggen om ontwerper te worden. Al was die verbouwing, waarvoor hij creatief moest omspringen met ruimte, vormen en kleuren, wel de directe aanleiding. Twee decennia later blijkt hij meer dan een geboren designer: hij is een visionair.
Alain Gilles is een joviale man die geen blad voor de mond neemt. Als we ’s morgens vroeg bij hem aankomen, steekt hij meteen van wal: ‘Toen jullie me vroegen heb ik meteen ja gezegd, en me niet afgevraagd of het wel zin had om mijn huis te laten zien. Wat ik hier gedaan heb, dateert namelijk van twintig jaar geleden en vandaag de dag zou ik de dingen ongetwijfeld anders aanpakken. Maar goed, jullie zijn er nu toch, we zien wel.’ Twintig jaar kan een wereld van verschil betekenen. ‘Destijds werkte ik in de financiële wereld. Ik had wel een passie voor design en architectuur maar ik deed er niets mee, behalve af en toe wat rondhangen op rommelmarkten en foto’s maken van spullen die ik mooi vond. Ik was vooral op zoek naar een plek om te kunnen knutselen. Het fenomeen loft was nog niet zo bekend in Brussel. Bij de advertenties in de krant moest je onder de rubriek ateliers kijken, en daar zaten maar weinig geschikte ruimtes bij. Toen ik hier de eerste keer binnenkwam, dacht ik: wel een beetje groot.’ Toch was Alain meteen gecharmeerd van de oude jassen-fabriek uit het begin van vorige eeuw, met haar mooie balkenplafond, royale ruimtes en unieke karakter – heel retro. ‘Op dat moment was minimalisme de norm: gladde witte oppervlakken en grote zwarte ramen. Terwijl ik er juist naar verlangde om met verschillende materialen en veel kleur te werken, voor een warm, menselijk resultaat.’
DONKEY KONG
Alain zag helemaal voor zich hoe hij het pand wilde, en klopte met zijn plannen aan bij Olivier Bastin van architectenbureau L’Escaut. ‘Nadat ik mijn ideeën had uitgelegd, heeft Olivier het budget uitgerekend en zich over het bouwkundige gedeelte ontfermd. Alles was dringend aan een opknapbeurt toe en het dak en de leidingen moesten worden vernieuwd. Het gebouw stond al geruime tijd leeg maar de constructie was nog in goede staat, al regende het wel binnen. De bedoeling was om alles zo eenvoudig mogelijk te doen, zonder al te grote ingrepen. We besloten om van de metalen trappen blikvangers te maken – een beetje zoals in computerspel Donkey Kong.’ Tijdens de verbouwing ging Alain elke dag een kijkje nemen, en als hij iets verkeerds zag belde hij de architect. Zonder het zelf in de gaten te hebben, begon hij te ontwerpen. ‘Ik kreeg het idee om de plafonds lichtblauw te schilderen om de sombere Belgische luchten te compenseren. Eerst vond Olivier dat maar vreemd, maar daarna vond hij het wel een interessant gegeven. Voor de ramen en het dak koos ik voor een koperachtig groen, dat leek me goed te passen bij de geschiedenis van het gebouw. Eerlijk gezegd had ik het kleurenpalet van de strips van Blake & Mortimer voor ogen, dat heel herkenbaar is. Ik heb me ook laten inspireren door publieke ruimtes, vandaar de keuze voor een industriële keuken van roestvrij staal en het grafische tegelpatroon in de badkamer, dat me aan een zwembad doet denken.’ De verbouwing vond plaats in de periode dat hij Rama leerde kennen, de toekomstige moeder van zijn kinderen. ‘Op een goed moment zei ik tegen haar: ‘Vreemd, blijkbaar heb ik afwijkende ideeën, maar ze werken wel.’ Achteraf bezien is dit huis een aanleiding geweest om mijn leven een nieuwe wending te geven.’ Want inderdaad, een paar jaar later moedigde Rama hem aan om zijn baan in de financiële sector op te zeggen, opnieuw te gaan studeren en ontwerper te worden.

TWINTIG JAAR LATER
Sinds Alain in het pand woont, zijn er nog best wat dingen veranderd. Zo werd de grote slaapkamer op de tweede verdieping opgedeeld in een paar ruime kinderkamers en op de eerste verdieping, achter een grote glazen wand en gordijnen, kwam de nieuwe master-bedroom. Toen hij in 2007
zijn ontwerpstudio lanceerde, gunde Alain zichzelf een werkplek in een hoek op de begane grond. Vijf jaar later nam zijn carrière een vlucht en breidde hij de studio uit. Hij vroeg aan zijn vrienden om de spullen die ze beneden hadden opgeslagen weer weg te halen, zodat hij ruimte kreeg voor een gloednieuw atelier. Sindsdien staan alle meubels die hij ontwierp voor Bonaldo, Ligne Roset, Qui est Paul?, XL Boom en Casamania broederlijk naast zijn vintage verzameling. Een eclectisch geheel dat bijzonder eigentijds oogt. Een voorbode van wat de komende twintig jaar zullen brengen.
alaingilles.com, escaut.org
Eigen Huis & Interieur 04/2020
Interview Jean-Michel Leclercq Fotografie Kaatje Verschoren
Nieuwsgierig naar het interieur van Richard Hutten, Peter van de Water of Studio BCXSY? Bestel EH&I 04/2020 zonder bezorgkosten!